VERKEERSREGELS : VOORRANGSSITUATIES

Voorrang krijg je, je néémt ‘t niet

Bij voorrang geldt het bekende devies: voorrang krijg je en verleen je, je néémt geen voorrang. In het verkeer kennen we twee typen kruisingen: voorrangskruisingen en gelijkwaardige kruisingen. De voorrangsregels zijn niet op elke kruising gelijk.

Voorrang bij kruispunten

Veel kruisingen zijn gelijkwaardig, vooral binnen de bebouwde kom. Nadert u zo’n kruising, dan moet u voorrang verlenen aan álle bestuurders die van rechts komen. Dus ook aan fietsers. Uitzonderingen zijn:

  • De kruising van een verharde en een onverharde weg. Hier heeft de weggebruiker op de verharde weg voorrang. 
  • Verkeer dat uit een uitrit komt, moet alle andere weggebruikers voorrang geven.
  • U moet altijd voorrang geven aan politieauto’s, 
    brandweerauto’s en ambulances die het zwaailicht en de sirene aan hebben. 
  • Op gelijkwaardige wegen gaan trams voor andere weggebruikers.

Enkele belangrijke verkeersborden

Als u dit bord ziet, rijdt u op een voorrangsweg. U heeft dan bij elke kruising voorrang op de andere weggebruikers.
   
Als u dit bord ziet, heeft u alleen bij het eerstvolgende kruispunt voorrang.
   
Bij dit bord nadert u een voorrangsweg. U moet dan voorrang verlenen. Dit wordt extra duidelijk gemaakt door haaientanden op de weg.

Voorrang bij rotondes

De afgelopen jaren is het aantal rotondes in Drenthe aanzienlijk toegenomen. In de nabije toekomst komen er nog de nodige bij. Hoe zit het nu precies met de voorrangsregels? De verkeersregels bij rotondes zijn in deze provincie eenduidig.
In Drenthe moet u als fietser op een rotonde binnen en buiten de bebouwde kom voorrang verlenen aan zowel het verkeer dat de rotonde wil oprijden, als het verkeer dat de rotonde wil verlaten. De provincie Drenthe heeft hiervoor gekozen omdat uit onderzoek is gebleken dat dit het meest veilig is voor de fietser.

Rotonde: let op borden en markeringen

Op de rotonde kunt u aan de verkeersborden en wegmarkeringen duidelijk zien wie voorrang heeft. Zo zijn in Drenthe op het fietspad haaientanden aangebracht voor elke afslag van een rotonde. Als fietser moet u hier dus voorrang verlenen.

Nadert u een rotonde? Kies dan altijd voor de veiligste optie: nader hem langzaam en bestudeer de verkeersborden en wegmarkeringen. Zoek oogcontact met andere weggebruikers en laat merken dat u ze gezien heeft. Weet u niet zeker wie er voorrang heeft? Geef dan liever de ander voorrang!

Zebra

Bestuurders moeten voetgangers die de weg willen oversteken bij een zebrapad voor laten gaan. Dat gebeurt vaak niet. Soms komt dat doordat het niet duidelijk is dat iemand wil oversteken. Wilt u oversteken bij een zebrapad, ga er dan niet vanuit dat anderen u zomaar voor laten gaan. Maak kenbaar aan de bestuurders dat u wilt oversteken. Probeer daarbij ook oogcontact met hen te maken. Wacht tot de ander u voor laat gaan.

Invoegen op de auto(snel)weg

Veel ouderen vinden het moeilijk om op een autosnelweg vanaf de invoegstrook in te voegen. Hier staan tips die helpen bij het veilig invoegen.

  • Kijk aan het begin van de oprit naar het verkeer op de autosnelweg om de drukte in te schatten.
  • Geef gas zodat u net zo hard gaat rijden als het verkeer op de autosnelweg.
  • Bewaar uw kalmte en probeer niet te vroeg in te voegen – wacht daarmee tot u ongeveer op tweederde van de invoegstrook zit.
  • Overtuig uzelf eerst door middel van de spiegels of u veilig kunt invoegen.
  • Kijk pas daarna over uw schouder naar de dode hoek. Over uw schouder kijken betekent niet: omdraaien; u beweegt dus alleen uw hoofd en niet het lichaam.
  • Pas als u daadwerkelijk gaat invoegen, geeft u richting aan.
  • Let op: de auto’s op de snelweg hoeven u geen voorrang te geven.

Lukt het niet om in te voegen, dan mag u volgens de regels niet doorrijden op de vluchtstrook. U moet aan het begin van de invoegstrook wachten tot u ruimte ziet om in te voegen en vervolgens vaart maken. Echter in de praktijk is het veiliger om - als het niet lukt met invoegen - via de vluchtstrook rustig verder te rijden en niet te stoppen aan het begin van de invoegstrook. Het achterop komend verkeer verwacht namelijk niet dat er bij het begin van de invoegstrook wordt gestopt.